Het land

Op de oever van de woestijn ligt het land van de integere mensen. Over Burkina Faso.

Index

Burkina Faso express
Cijfertjes
Geografie
Klimaat
Geschiedenis
Taal
Godsdienst
Etnische groepen van Burkina
Eten
Land van tweewielers
Burkina in België, ofte België in Burkina

Burkina Faso express

HOOFDSTAD: Ouagadougou (in de spreektaal afgekort tot 'Ouaga')
BEVOLKING: om en bij de 13 miljoen waarvan de helft jonger dan 15
OPPERVLAKTE: 274 122 km² (ofte 4,5 keer België)
BEVOLKINGSDICHTHEID: 44 inwoners/km²
ONAFHANKELIJKHEID: 5 augustus 1960
STAATSHOOFD: president Blaise Compaoré
TAAL: de officiële taal is het Frans en de belangrijkste lokale taal is het Mooré
ALFABETISME: 21 %, waarvan 14 % onder vrouwen en 25 % bij mannen (1999)
HDI: 175 (op drie na laagste plaats)
GODSDIENST: animisme, islam, christendom
GELD: West-Afrikaanse Frank (CFA);
100 CFA is ongeveer 6 oude Belgische franken (of 1 euro = 656 CFA)
TIJD: hier is het 'temps universel': in de zomer is het hier 2 uur vroeger als in België, in de winter 1 uur

Burkina Faso in cijfers

GEOGRAFIE
Landgrenzen: 3 192 km (Mali 1 000 km ; Niger 628 km ; Ivoorkust 584 km ; Ghana 548 km ; Benin 306 km ; Togo 126 km)
Kust : 0 km
Laagste punt: + 200 m
Hoogste punt: + 749 m

BEVOLKING
Levensverwachting mannen: 46 jaar (in 2001)
Levensverwachting vrouwen: 47 jaar (in 2001)
Jaarlijkse bevolkingsaangroei: 2,68% (in 2001)
Nataliteit: 44,79 ‰ (in 2001)
Mortaliteit: 17,05 ‰ (in 2001)
Kindersterfte: 106,92 ‰ (in 2001)
Vruchtbaarheid: 6,7 kinderen/vrouw (in 2004)
Migratie: - 0,97 ‰ (in 2001)

TOEGANG TOT TECHNOLOGIE
Telefoonlijnen: 36 000 (in 1997)
Mobiele telefonen: 200 000 (in 2005)
Radiotoestellen: 370 000 (in 1997)
Televisietoestellen: 2 000 000 (in 2005)
Internetgebruikers: 20 000 (in 2005)
Internetproviders: 10 (in 2006)

INFRASTRUCTUUR
Wegen: 12 506 km (waarvan 2 001 km geasfalteerd) (in 1996)
Spoorwegen: 622 km
Waterwegen: 0 km
Aantal luchthavens: 33 (waarvan 2 met geasfalteerde landingsbanen) (in 2000)

Geografie

Ooit, lang lang geleden, was de Sahel een vruchtbaar, bebost heuvelland. Zelfs de Sahara was nog groen. In andere delen van de wereld sprak men van een ijstijd. Mensen leefden van de jacht en de pluk en de liefde...

Maar ergens in het Noorden stopte een eekhoorn een eikel in het ijs en het klimaat veranderde. Noord-Afrika en het Midden-Oosten werden heet en droog. De begroeiing verdween. Harde winden bliezen stof op. Tot in West-Afrika, waar jaar na jaar een laagje stof de bodem bedekte. Dalen werden opgevuld, het land werd vlak en droger. De aangevoerde bodemdeeltjes waren relatief vruchtbaar, maar er was niet veel water.

De liefde had voor te veel mensen gezorgd. Jacht en pluk voldeden niet meer. Alleen hard labeur kon nog brood op de plank brengen. Mensen begonnen met het telen van vee, met het verbouwen van graan. Handelsroutes ontstonden, machtige koninkrijken kwamen en gingen.

Dezelfde processen gaan nog steeds door: woestijnstof uit de Sahara vult de straten, huizen en hoofden, mensen krijgen veel kinderen en bewerken de droge aarde om hen te kunnen voeden. Bomen verdwijnen, regens worden grillig en schaars, de natuur is niet mild.

Het uiterste Noorden van Burkina is woestijnachtig. Het grootste deel van het land is een groot plateau met harde laterietbodems (plinthosols voor de pedologen) en een savannelandschap met struiken en schaarse bomen. Bekende bomen: de legendarische baobab of apebroodboom, de karité-boom (belangrijk voor je cosmetica) en de Arabische gomboom oftewel sjikletteboom, dixit Heleen, want hieruit wordt de grondstof voor je kauwgom gewonnen. In het Zuiden en het Zuidwesten van het land valt er heel wat meer regen: daar vind je wouden in de heuvels.

Het land wordt door drie grote rivieren doorsneden, vroeger gekend als de Zwarte, de Witte en de Rode Volta, die alledrie uitmonden in een stuwmeer in Ghana. Burkina Faso was toen gekend als Opper Volta. Ondertussen hebben de rivieren hun lokale namen teruggekregen: Mouhoun, Nakambé en Nazinon.

Klimaat

Niet de temperatuur maar de regens bepalen de seizoenen in Burkina Faso. Er zijn er twee: een droog seizoen (van oktober tot en met mei) en een regenseizoen (van juni tot en met september).

Vanaf april en mei komt de zon loodrecht boven de Sahel te staan branden - het zijn de warmste maanden van het jaar, met temperaturen die gemakkelijk de veertig graden overschrijden. De zon trekt gelukkig ook vochtige winden aan. Van juni tot september brengen deze winden vochtige lucht en wolken vanaf de Atlantische Oceaan en de Afrikaanse evenaarswouden. De regens brengen wat afkoeling en zorgen ervoor dat de Burkinese boeren hun land kunnen bewerken. Regenbuien zijn heel intens en heel plaatselijk. Je moet als boer dus geluk hebben: hopen dat de regens je velden niet overslaan en ervoor zorgen dat de overvloed aan water je velden niet wegspoelt.

Vanaf oktober veranderen de winden: nu zijn ze droog en warm en komen ze van het Noordoosten: recht uit de woestijn. Deze stoffige winden staan bekend als de Harmattan. De zon staat minder hoog: het wordt koeler. December en januari zijn de koudste (lees: minst warme) maanden van het jaar. 's Nachts wil de temperatuur wel eens tot 15 graden dalen! In maart staat de zon alweer wat hoger en begint het weer heet te worden...

Geschiedenis

Mossi-koninkrijken

Een groot deel van de huidige bevolking komt oorspronkelijk uit Ghana. Ook vanuit het huidige Mali vonden migraties plaats. Het lijkt soms wel of er hier oorspronkelijk niemand woonde.

Vanaf de veertiende eeuw ontstaan de Mossi-koninkrijken: hun invloed verspreidt zich snel in noordelijke en oostelijke richting. Op het einde van de negentiende eeuw heb je zo 19 koninkrijken. Vooral die van Ouagadougou en van Yatenga (waar wij nu wonen) domineren de anderen. Naast de Mossi-koninkrijken bestonden kleinere rijkjes en een heleboel gemeenschappen die niet groter waren dan een dorp.

Koloniale periode

Toen Frankrijk in de 19de eeuw de noordelijke helft van het Afrikaanse continent wilde beheersen, moest ook het gebied van de Volta-rivieren er aan geloven. In 1898 controleerde Frankrijk het grootste deel van het land. Twee decennia lang maakte het huidige Burkina Faso deel uit van de gigantische Colonie du Haut-Sénégal Niger en het was pas in 1919 dat deze kolonie opgesplitst werd in Frans Soedan en Opper-Volta (later Burkina Faso). De Franse grilligheid deelde Opper-Volta in 1933 in drie stukken: Ivoorkust, Frans Soedan en Niger kregen elk een stuk van de taart. Zo wilden de Fransen voldoende arbeidskrachten ter beschikking stellen in deze drie kolonies. In 1947 werd de kolonie Opper-Volta opnieuw opgericht.

Na de onafhankelijkheid

Op 5 augustus 1960 werd de onafhankelijkheid van Opper-Volta uitgeroepen. Sindsdien heeft het land zeven militaire regimes gekend.

Met de revolutie van 1983 onder leiding van kaptitein Thomas Sankara, leek het alsof het land de grote sprong voorwaarts zou maken. De revolutie was communistisch geïnspireerd en de verwezenlijkingen van Sankara doen vele Burkinezen met heimwee naar die tijd terug denken.

De president en zijn ministers reden in die tijd rond in eenvoudige renault 5s. Kabinetsmedewerkers werden verplicht om een maand op landbouwcoöperatieves te gaan werken. Na de show zaten ze 'gezuiverd' terug op hun bureau's. Sankara wist dat hij niet veel tijd zou krijgen en concentreerde zich op blitzcampagnes: in 15 dagen werd 60 % van de kinderen gevaccineerd tegen mazelen, meningitis en gele koorts.

In ieder dorp werden medische posten opgericht en dorpelingen werden als eerste hulpverleners opgeleid (waar in Afrika een wil is, is inderdaad een weg). Tussen 1983 en 1986 ging 22 % van de kinderen naar school. Er werden 'dagen van netheid' georganiseerd, waarbij iedereen voor zijn eigen deurtje borstelde en het hele land proper was. Het gebeurde weliswaar onder het alziende oog van militairen.

Le pays des hommes intègres

In 1984 werd Opper-Volta omgedoopt tot Burkina Faso. Deze nieuwe naam vindt zijn betekenis in de twee belangrijkste talen van het land: het Mooré ('burkina') en het Dioula ('faso'). In het Frans betekent het zoveel als 'pays des hommes intègres'

In de boekjes die wij ter hand hebben genomen, wordt dat vertaald als 'het land van de integere mensen', of 'het land van de rechtvaardigen' en zelfs 'het land van de onomkoopbaren'. Wat de laatste versie betreft kunnen wij formeel zijn: het douanepersoneel hier te lande zal waarschijnlijk ingevoerd zijn uit den vreemde (Congo?) want die mannen leven bij de gratie van het gesjoemel (waarom hebben we toch 44 kg cargo laten nasturen vraagt een mens zich dan af…).

Pseudo-eenpartijstaat onder Blaise Compaoré

In 1987 werd 'Thom Sank' vermoord door zijn vrienden en oude strijdmakkers. Eén van hen, Blaise Compaoré, voert sindsdien nog altijd de plak in het land. Zijn woorden van toen zijn vandaag niet in zijn daden terug te vinden. In november 2005 is hij nog op schijndemocratische wijze herverkozen geweest.

Meer over president Blaise Compaore kan je lezen in Woestijnstof: Blaise Compaore in de voetsporen van Mobutu.

 

Taal

Aangezien zoveel verschillende bevolkingsgroepen Burkina Faso bevolken, loert de Babylonische spraakverwarring om de hoek. Aangezien de Mossi het sterkst vertegenwoordigd zijn, is het ook hun taal - Mooré - die het meest gebruikt wordt. Naast het Frans wel te verstaan. De taal van de oud-kolonisator is nog altijd de lingua franca en de officiële taal. Onder het motto 'spreek Mooré en het leven is meer olé', hier een greep uit de meest noodzakelijke woorden:

  • Dank je: Barka
  • Hoe gaat het?: Kibaré
  • Goed: Laafí
  • Goedemorgen: Né y yíbeoogó (tot 11 u.)
  • Goedemiddag: Né y wíndgá
  • Goedenavond: Né y zàábrè (na 15 u.)
  • Goede nacht (enkel te gebruiken als je gaat slapen): Né y yungó
  • Blanke: Nasáará

Vooral de kibaré en de laafí, moet je in je grijze hersencellen prenten. Het is de begroeting bij uitstek. Meestal wordt de aanzet daartoe gegeven wanneer men (vooral de kinderen) je nasáará toeroept. Tot dusver weten we nog altijd niet hoe je zegt dat het niet goed met je gaat, maar we gaan ervan uit dat men dat hier niet doet. (Vive la vie, vive tous les pays).

Godsdienst

De Burkinabezen delen 3 godsdiensten: animisme, islam en christendom (zowel katholieken, protestanten en meer en meer para-christelijke sektes). De verhoudingen verschillen van bron tot bron. Het is misschien interessant om de cijfers van een demografisch onderzoek in 1961 en 1991 met elkaar te vergelijken. In 30 jaar tijd zijn meer en meer mensen moslim of christen geworden en de aanhang van het animisme is tanende (68,7 % animisten in 1961 tegen 25,9 % in 1991). Het aantal moslims is in die tijd met bijna 25 % toegenomen en het aantal christenen met bijna 16 %. Hoe dichter bij de Sahara, des te meer moslims.

Eten

Het nationale gerecht is tô. Het is een soort dikke pap op basis van bloem van mil, maïs of sorghum.

De tô wordt meestal gegeten met een saus gemaakt van okra's ('gombo' zoals het hier heet). Deze okra's geven een heel slijmige substantie af en die slijmachtigheid blijft bestaan in de saus. Blijkbaar moeten die boontjes ook een ontzwellende werking hebben, want er heeft mij ooit een groot vies beest in mijn oog gestoken en de eerste hulp werd mij toegediend onder de vorm van een glaasje water met okra-slijm.

Rijst is vaak de basis van de maaltijd van de dag (zeker in de stad). Een diep bord wordt rijkelijk gevuld met witte rijst en daar hoort dan een saus bij. We hebben altijd de keuze tussen tomatensaus (zie foto) en pindanotensaus (recept). Soms ook tussen pindanoten- en tomatensaus. Beestjes worden hier ook gegeten: geit, schaap, varken, kip en parelhoen. Sinds enkele tientallen jaren worden hier in het noorden ook aardappelen geteeld. In de stad vind je zelfs plaatsen waar ze frietjes serveren. Jaja, met zout en mayonaise!

Etnische groepen van Burkina Faso

De grenzen van vele Afrikaanse landen zijn bij hun onafhankelijkheid heel arbitrair vastgelegd en er werd geen rekening gehouden met etnische groepen. Het is één van de redenen waarom hier op het continent van tijd tot tijd bloedige conflicten losbarsten. Waarom slagen de meer dan 60 bevolkingsgroepen in Burkina Faso er dan wel in om samen te leven (touchons du bois)?
Ik heb het eens gevraagd aan een militair van de Garde Nationale die ook in de fanfare speelt (als er dus belangrijke buitenlanders met het vliegtuig landen in Ouaga, dan staat hij die mee op te wachten met zijn trompet), en hij schrijft het - zoals vele boekjes - toe aan de 'plaisanterie'-cultuur (plaagcultuur). Steken worden gegeven en weggelachen, fratsen houden de relaties positief. Harten worden op tijd opgelucht, niks blijft op de lever liggen.

Een overzicht van die vele soorten mensen:

  • Mossi (52 %): Grootste groep die het centrale plateau bewoont. Hun taal, het Mooré is tevens de belangrijkste lokale taal van het land.
  • Peul (10 %): Veehouders die grote delen van West-Afrika bevolken.
  • Bobo (7 %): Bevolkingsgroep uit de streek van Bobo-Dioulasso
  • Sénoufo (6 %): Akkerbouwers rond Banfora
  • Gourounsi en Kasséna (5 %)
  • Lobi: verzameling van zeven etnische groepen rond Gaoua

De kaart toont de oorspronkelijke woongebieden van enkele belangrijke bevolkingsgroepen. Vandaag de dag is het minestronesoep.

Land van tweewielers

Ze zijn er trots op: Burkina is het land van de tweewielers - gemotoriseerd of niet. Wielrennen is de nationale sport, je hebt de 'Tour du Faso' en de 'Boucle du Coton', vermaarde internationale rittenkoersen die steevast door Burkinezen gedomineerd worden. Elke Burkinees die het zich kan veroorloven heeft een brommer (motocyclette). Ook wij! Dat maakt de verkeerssituatie, vooral in grote steden als Ouagadougou, erg complex. Gelukkig werken de verkeerslichten goed. Ook voorrang van rechts bestaat, maar volgens motoleraar Robert is hier niet elke Burkinees op twee wielen van op de hoogte. Opletten geblazen dus...

Burkina in België, ofte België in Burkina

Zegt het je op een blauwe maandagmorgen iets om ons te komen bezoeken, dan zul je ongetwijfeld langs de Burkinese ambassade in Brussel moeten passeren. Op zich zijn ambassades banale plaatsen in de wereld met even wereldvreemde mensen die er werken, maar deze ene 'vaut le détour' (ook als je niet van plan bent om tot hier af te reizen). Ze bevindt zich aan de Place Guy d'Arezzoplein in Ukkel en juist dat plein is de thuishaven geworden voor hele nesten halsbandparkietjes: gigantische bouwwerken die je normaliter nooit in belgenland ziet. (je vraagt je af waarom die vogeltjes niet in de buurt van de Finse ambassade zijn gaan wonen)