Hoop op een goede oogst lucht de maag op

Ouahigouya, 10 september 2006

De Burkinese regenmakers hebben de goden tot gulle giften kunnen vermurwen. Het regenseizoen is in juni en juli dan wel aarzelend op gang gekomen, maar augustus heeft gelukkig veel goed gemaakt. Het ziet er naar uit dat ook september voldoende regen brengt.

En dat is goed voor de landbouw. De stock van de graanhandelaars is nog voldoende groot dankzij de goede oogsten van 2005. De prijzen zullen laag blijven omdat er binnen een paar weken opnieuw geoogst wordt. Momenteel betaal je voor een zak mil van 100 kilo, 10 500 CFA (iets meer dan 16 euro).

Vorig jaar was het anders. De oogsten van het jaar voordien (2004) waren pover door weinig regen en een sprinkhanenplaag. Vele families konden hun graanzolder niet helemaal vullen en tegen de tijd dat ze door hun voorraad heen zaten, schoten de prijzen van mil en sorghum op de markt de hoogte in. 20 000 tot zelfs 30 000 CFA per zak waren prijzen die velen zich niet konden veroorloven. Familie en vrienden die rijk genoeg waren om te delen, toonden zich solidair. Velen staken zich in diepe schulden en hypothekeerden daarmee het volgende jaar. Wat te doen als de oogsten van 2005 opnieuw waren tegengevallen?

Vorig jaar was rijst zelfs voedsel voor de armen omdat de prijzen onder die van de traditionele graangewassen bleven. In andere jaren is het iets voor zij die beter bij kas zitten. In Burkina Faso heb je niet veel rijstboeren omdat het hard concurreren is met de massaal ingevoerde rijst uit het buitenland. De meeste rijst op de markt komt uit landen als Thailand of Pakistan. Het gaat om minderwaardige gebroken rijst die goedkoper verkocht wordt dan in Azië zelf.

Laatst zaten we bij Issouf. In de hoek van zijn vrijgezellenwoning staat een bruine zak rijst waarop een witte sticker met rode bol plakt. “Don du peuple japonais”, staat erbij. Op onze ironische vraag of hij Japanse vrienden heeft, antwoordt hij negatief. “Tja”, zegt hij, “als je hier kwaliteitsrijst wil vinden, dan ben je aangewezen op de duurdere Japanse rijst die onder vorm van voedselhulp het land ingevoerd wordt.” Door de mazen in het net komen giften van het Japanse volk in het commerciële circuit terecht. Iemand moet er dus schandalig veel geld mee verdienen... Als die Japanners nu eens Burkinese rijst zouden opkopen en schenken aan de streken met voedseltekorten? Op die manier zouden ze twee vliegen in één klap slaan: de rijstboeren verdienen hun boterham én de hongersnood wordt gelenigd.