Als water putten minder uitputtend wordt

Ouahigouya, vrijdag 29 september 2006

Hoofdpijn, duizeligheid, spierpijn. Het gezin van water voorzien is een erg lastige taak. Zoals de meeste lastige taken in Burkina Faso, rust ook deze op de schouders van de vrouwen. In vele dorpen moeten vrouwen gemiddeld meer dan een kilometer lopen naar de dichtstbijzijnde waterput of pomp, en dan nog een kilometer terug met een grote waskom op hun hoofd, fier en met rechte rug. Vijfentwintig liter water per keer. En dat minstens tien keer per dag: twintig kilometer waarvan de helft met 25 kilo op je hoofd! Je zou van minder duizelig worden. En dan doet je man nog lastig omdat er niet genoeg water is…

Aan de waterpomp in Kourouba Bangare

Vanaf oktober verdwijnen de wolken. Het regent niet meer tot juni volgend jaar, en langzaam maar zeker zakt het waterpeil. Vrouwen moeten steeds dieper putten: water 20 of 30 meter omhoogtrekken is vermoeiend, en het duurt lang. Vrouwen staan in de rij aan pomp en put. Valt de put droog, jammer, dan zal je nog wat verder moeten lopen. Tijdens het droge seizoen is er in sommige dorpen maar een put of pomp voor duizend of tweeduizend mensen…

Vele mensen drinken noodgedwongen oppervlaktewater, water uit meertjes waar het vee komt drinken en zijn behoefte doet. Zou jij nog water kunnen halen als je de hele dag op het veld gewerkt hebt?

OCADES probeert hier creatieve oplossingen voor te vinden. In dorpen zoals Ziga en Kourouba Bangare is er wel genoeg water, maar liggen de putten en de pompen veel te ver. Een nieuwe put laten graven is duur. Een diepe boring maken voor een waterpomp kost nog veel meer.

Daarom is OCADES, met de financiële steun van Broederlijk Delen, beginnen experimenteren met eenvoudige karretjes, gemaakt in een plaatselijk atelier. Niet te duur dus: 33 000 F CFA of 50 euro per karretje. Omdat er zelden goed zorg gedragen wordt voor cadeaus van ontwikkelingsprojecten, vraagt OCADES ook een bijdrage van de vrouwen. Ze betalen 5000 F CFA (8 euro) en kopen ook vier jerrycans van 20 liter aan één euro per stuk.

Met hun pousse-pousse karretjes kunnen ze vier jerrycans of 80 liter in één keer transporteren, en dat is veel gemakkelijker dan in een kom op je hoofd. Geen vrouw die nog meer dan vijf keer om water moet gaan, en dus komt er heel wat tijd vrij. Tijd die vrouwen goed kunnen gebruiken, om wat geld bij te verdienen: sommigen hebben een handeltje en verkopen sorghumbier, pinda's of oliebollen, anderen spinnen katoen, of helpen hun mannen met het vullen van compostputten. Ze hebben eindelijk ook wat tijd voor zichzelf, om familie te bezoeken bijvoorbeeld.

Ook de mannen zijn blij als er thuis voldoende water is: dat draagt bij tot de huiselijke vrede. En vrouwlief heeft geen hoofdpijn meer! Mannen en vrouwen gebruiken de karretjes ook voor ander transport: oogst van het veld, hout om te koken, graan naar de molen, voeder voor het vee, gekiemde sorghum voor de dolo, enzovoort. Maar pas op: overbelasting is niet goed. Zet je kar in de schaduw, bescherm hem tegen de zon, en let op dat de kinderen er niet mee spelen…

Experiment geslaagd, dus.

Vraag het maar aan de vrouwen van Ziga en Kourouba Bangare. Of aan de deelnemers van de inleefreis van Broederlijk Delen!