Van water een basisrecht maken

Ouahigouya, zondag 31 december 2006

Niemand die deze woorden leest, moest vanmorgen drie kilometer lopen om de dagelijkse voorraad water te halen voor de familie. We doen maar de kraan open en er komt altijd proper en drinkbaar water uit. Misschien is het daarom dat we niet beseffen hoe vitaal zuiver drinkwater is?

Het jongste Human Development Report van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) gaat over water. Elke tien minuten sterven 35 kinderen door een gebrek aan proper water. Op een jaar zijn dat meer kindslachtoffers dan alle Belgische kinderen van minder dan 5 jaar samen.

En toch is water geen prioriteit voor de wereld. Zelfs de millenniumdoelstellingen (MDG) spreken slechts van een halvering van het aantal mensen zonder toegang tot proper drinkwater tegen 2015, terwijl wel alle kinderen naar school zouden moeten…

Volgens de auteurs van het rapport moet twintig liter proper water per dag een afdwingbaar basisrecht worden. De gemiddelde Burkinees stelt het met vijf à tien liter water, vaak van een bedenkelijke kwaliteit. Dat is een tiende van het drinkwater waar wij in België dagelijks het toilet mee doorspoelen!

Drie vierde van de mensen op het Burkinese platteland hebben geen toegang tot waterpompen of moderne putten. Ze drinken noodgedwongen water uit meertjes en rivieren, die tegelijkertijd als voornaamste waterbron voor het vee dienen.

Bij de waterpompen en waterputten laat de hygiëne ook vaak te wensen over. Ontwikkelingsorganisaties installeren pompen en vertrekken dan gewoonlijk met de noorderzon, zonder zich om opvolging te bekommeren. Bijgevolg is in het noorden van Burkina Faso één derde van de waterpompen niet meer functioneel. Animaties en vormingen helpen de gebruikers om zich te organiseren. Zo waken ze samen over de hygiëne rond de waterpomp en kunnen ze zelf instaan voor herstellingen.

Hygiëne is echter niet het enige probleem. Gebrek aan proper water heeft ook economische gevolgen. Wateronzekerheid brengt de gelijkheid van kansen in gevaar, volgens het VN-rapport. Meisjes en vrouwen die, zoals in Burkina Faso, uren moeten lopen om water te halen, vallen buiten de maatschappij: er is geen tijd om naar school te gaan of om economische activiteiten te ontwikkelen. (Hoe hier in Burkina Faso iets aan gedaan wordt, lees je in Als water putten minder uitputtend wordt).

Gebrek aan water treft juist de economisch minst bedeelden, stelt het ontwikkelingsrapport nog. Arme mensen hebben niet alleen minder toegang tot water, maar moeten ook meer betalen om het te krijgen: mensen in sloppenwijken betalen vaak vijf tot tien keer meer voor een liter water dan de welgestelde inwoners van dezelfde stad. Daarom pleiten de auteurs van het rapport voor gratis toegang tot water voor de arme bevolking.

Toch is het ook belangrijk dat de bevolking bijdraagt. Bij het installeren van een waterput op het Burkinese platteland bijvoorbeeld. De ervaring leert immers dat ze er achteraf meer zorg voor draagt dan wanneer ze het cadeau krijgt. Ook na de installatie is er geld nodig. Als de waterpomp defect is, moet de reparatie betaald worden.

De bevolking zoekt naar manieren om de kas te vullen, door maandelijkse bijdragen per familie, verkoop van water aan de pomp of gemeenschappelijke velden waarvan de opbrengst naar de kas gaat. In plaats van te wachten op externe hulp, steekt de bevolking zelf de handen uit de mouwen.

De Burkinese regering wil het anders proberen. Het geïnvesteerde overheidsgeld brengt niet genoeg zoden aan de dijk en dus verandert ze het geweer van schouder. Samen met de decentralisering, wordt een hervorming van het waterbeleid voorbereid. Voortaan zou het beheer niet meer gedaan worden door de bevolking zelf, maar door privé-bedrijven. De bevolking moet wel blijven instaan voor de kosten: de verkoop van water wordt verplicht. De overheid wil bovendien dat de opbrengsten uit de waterverkoop dienen om de lokale overheid mee te financieren…

Een kleine rekensom toont dat het water een stuk duurder zal worden, en een flinke hap uit het inkomen zal opeisen. Stel je voor dat jij 20 tot 50 percent van je inkomen enkel en alleen aan water zou moeten besteden... (In België is dit minder dan 1 percent.) Maar zover is het nog niet. Hopelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend.