Op bedevaart naar Ramatoulaye
Ramatoulaye, zaterdag 31 maart 2007
| | Ramatoulaye. Op doordeweekse dagen is het een godverlaten dorp in de provincie Yatenga, maar wanneer onze moslimvrienden feest vieren, wordt het een uit de kluiten gewassen stad. |
Zo ook zaterdag, op Mouloud, de dag waarop de geboorte van de profeet Mohammed herdacht wordt.
Ramatoulaye is de thuishaven van sjeik Aboubacar Maïga II, kleinzoon van de stichter van dit religieuze oord. Sommige moslims doen hem af als charlatan, maar toch komen jaarlijks duizenden mensen van heinde en verre om een gunst van de sjeik te vragen. Geld, kinderen, werk, gezondheid,… soit de dingen die men aan een hogere kracht vraagt zoals bedevaarders bij ons ook doen.
Dat je schattingen hier met een korrel zout moet nemen, bewees de opmerking van een collega ten andere male. Hij zei dat er zeker een miljoen gelovigen zich in Ramatoulaye zouden verzamelen, komende vanuit Ivoorkust, Ghana, Bénin, Mali en nog een handvol landen. Een paar tienduizenden zullen het er geweest zijn, maar ze komen wel zeker van ver.
| | |
Het is weekend en ook wij snakken naar een vlucht uit Ouahigouya die niets met ons werk te maken heeft (ja, het is alweer drie maanden geleden dat we nog pizza aten). Op goed geluk zoeken we op zaterdagmorgen een 'camion' die richting Ramatoulaye rijdt. Dat is niet zo moeilijk: heel de stad leek er wel naar toe te willen gaan. Politie en militairen incluis. Pessimisten vloekten want zonder "onze" ordediensten zou het een vrijgeleide worden voor kwaad tuig dat in Ouahigouya de lege huizen zou kunnen leegroven. Anderen klaagden over de vele plattelandsbewoners in de stad. Boeren hebben geen kaas gegeten van verkeerregels. Onze boekhouder kreeg zaterdagmorgen een onwetende dorpeling tegen zijn voorwiel gesmakt toen die laatste een stopbord aan zijn laars lapte. (het was maar blikschade hoor…)
Bestelwagens, vrachtwagens en bussen zitten boordevol. De laadbak van de vrachtwagen en het dak van een busje trekken ons toch niet zo aan. We kiezen voor een grote bus, vol met mooi uitgedoste dametjes, en het is sinds lang dat we ons weer wit voelen. We betalen 0,30 eurocent voor de 30 kilometer lange trip en worden netjes gedropt op de voor de gelegenheid tot parking omgedoopte vlakte. Vele chauffeurs rijden terug naar Ouahigouya en doen gouden zaken met het transport over en weer.
Er heerst een gezellige drukte in de stad, een sfeer van een zomerfestival bij ons. Jongens verkopen ijsgekoelde vruchtensapjes (hibiscussap!*) die ze 's ochtends in Ouahigouya zijn gaan halen en hier verkopen. Op de meest strategische plaatsen staan kraampjes van Coca-Cola. En dan zijn er de honderden kraampjes waar je alles kan kopen: potten, pannen, messen, materiaal om katoen te spinnen, juwelen, eten, speelgoedpistolen, sandalen, tweedehandskleren uit Europa (aan 0,30 eurocent 't stuk),… Geloof is commercie, niet?
Maar het meest in het oog springende kraampje, is dat van drie chinezen. Een kalende man van middelbare leeftijd, een jonge man en dito vrouw. Ze zitten op veldbedjes en eten rijst. Ik loop er wel twee keer langs om te zien of ze die met stokjes eten. Helaas, 't is jammer voor 't verhaal, maar het zijn lepels. Ze verkopen van die lelijke goudkleurige belletjes met rode lintjes aan. Wat die drie in dit godverlaten (alhoewel, god was alomtegenwoordig) oord komen zoeken, het is mij een raadsel. Ik vind voor mezelf de theorie uit dat ze misschien een nieuw chinees product komen testen op "vermarktbaarheid". Verkoopt het goed in Ramatoulaye, dan wordt het een massaproduct dat de hele Afrikaanse markt zal overspoelen.
Aan de grote witte moskee staan vele mannen in een lange rij in de brandende zon aan te schuiven voor een groet aan de Sjeik. Pientere jongetjes lopen langs de rijen en wuiven de wachtenden met een waaier wat koelte toe, in ruil voor enkele muntjes. Het belangrijkste moment van Mouloud is het avondgebed. Het duurt de hele nacht tot de volgende ochtend. Wij hoeven zo lang niet te blijven en na een zoveelste ijsgekoeld hibiscussapje* keren we naar huis terug. Voor de terugreis betalen we 0,80 eurocent, meer dan het dubbele dan de heenreis. Slim gezien van die transporteurs want niemand blijft in Ramatoulaye. Iedereen moet terug naar huis.
Recept bissap (of hibiscussap)
- 2 handen gedroogde hibiscusbloemen (Verkrijgbaar in wereldwinkels, Afrikaanse winkels en kruidenwinkels. Vind je dat niet? Dan kun je een tiental zakjes rozenbottelthee nemen.)
- 1 liter water
- 1 liter ananassap
- 2 zakjes vanillesuiker
- 2 lepels witte suiker
Doe de hibiscusbloemen in een neteldoek. Bind die vast en laat 10 minuten koken in een liter water. Doe er de suiker en het ananassap bij en laat afkoelen. Het drankje is ijskoud het lekkerst.
Bron: De wolkenkijkers, Spoor ZeS
|